Reisverslag 2006, Nelle

Reisverslag 2006

Begin juli 2006 vertrok ik samen met reisgenootje Elisa vlak na mijn eindexamens naar het Hallelujah Children Home in Madurai. We wisten weinig van wat ons te wachten stond en zo werd dit een reis vol verwonderingen. Op het vliegveld werden we opgehaald door een medewerker van de Sevai Society in een auto zoals je ze alleen nog in films over de jaren ‘50 ziet. Madurai, 7 juli 2006

In het kindertehuis werden we hartelijk ontvangen met een welkomst lied en een stevig ontbijt waar we na al die uren reizen erg veel moeite mee hadden. De kinderen zijn allemaal bloednieuwsgierig maar tegelijkertijd superverlegen. Als je naar hen lacht duiken ze helemaal weg in hun jurkjes. De kinderen staan om half zes op in de ochtend. Er gaat een knoertharde bel door het gebouw waarop alle kinderen braaf naar beneden lopen om te bidden. De school begint om 9 uur en om 4 uur komen de kinderen weer terug. Je zou verwachten dat de 5 begeleiders het erg druk hebben met honderd kinderen maar het meeste werk doen de kinderen zelf. Na school gaan ze hu kleren wassen, die ze te drogen leggen op het dak. Pas als ze daar klaar mee zijn mogen ze gaan spelen. Dan hangen ze om ons heen. De oudere kinderen (tot een jaar of 16) spreken erg goed Engels. Ze willen alles over Nederland weten. Ze zijn hier absoluut niet gewend aan buitenlanders en willen ons voortdurend aanraken. Eergisteren heeft een van de kleintjes het hele speel uurtje gefascineerd naar mijn hand gekeken en over de nagel van mijn pink geaaid. We eten apart van de kinderen, de afstand was vooral de eerste dagen erg groot, vooral met de begeleiding. Zij spreken amper Engels en gedragen zich onderdanig naar ons toe. Gisteren schoof Jaculine, het hoofd van het tehuis voor het eerst bij ons aan en vanochtend at ze tegelijk met ons. De eerste dagen was alles zo ontroerend dat Elisa en ik allebei af en toe met tranen in onze ogen stonden. Niet van verdriet, maar van verwondering. Alles was zo ontzettend vreemd voor ons, het cultuurverschil bleek echt enorm en leek aanvankelijk onoverbrugbaar. De ongelijkheid zit er bijvoorbeeld helemaal ingeramd in dit land. Niemand is gelijk; vrouwen en mannen niet, jong en oud niet, arm en rijk niet en ook etnische afkomst, religie en huidskleur doen er toe. De mensen uit de hogere kasten behangen zich als kerstbomen met goud waar ze het ook maar kunnen stoppen om hun rijkdom te laten zien. Maar ook de lagere kasten houden de ongelijkheid op zekere wijze zelf in stand. Ze zijn er zelf heilig van overtuigd dat ze minderwaardig zijn. Overigens is er in het verkeer wel gelijkheid. Iedereen loopt, fietst, rijdt, jakkert, toetert, schrijdt over dezelfde weg. Je mag zelf bepalen wanneer je stopt, hoe hard je wilt gaan en welke kant je op wil. Erg hard gaat het trouwens niet, daar zijn de auto's en de wegen te slecht voor. Morgen begint voor de kinderen het weekend en zondag komen de ouders van de kinderen. Zij komen iedere tweede zondag van de maand en brengen Indiase snacks mee. De kinderen eten op de grond in de gangen, daar maken ze ook hun huiswerk, na het middaggebed. Tijdens het middaggebed lopen de kinderen in kringentjes rond en prevelen een half uur lang in gebedjes. Tijdens ons eerste bezoek aan de school van de kinderen, die op hetzelfde terrein staat als het kindertehuis, nam de directrice ons mee langs alle klassen. Iedere keer als we een klas binnen kwamen stonden de kinderen op en zeiden ons in koor gedag. De school heeft een bibliotheek en laboratoria voor de bètavakken. Er staan zelfs vier computers. De buurt waarin het tehuis staat is betrekkelijk rijk. Er staan heuse huizen en sommige mensen hebben zelfs een auto voor de deur (auto's die je in NL alleen in films uit de jaren 50 ziet maar toch). Overal waar geen huizen staan of wegen liggen functioneert de grond als afvalbelt. Daar lopen vaak magere koeien, geiten en honden. Vanochtend hadden we onze eerste ervaring met een sloppenwijk. Er staan een soort hutjes waar het 'riool' voorlangs loopt, waartussen door een meisje in een onderbroekje met een hongerbuikje tussen door liep. De meeste mensen zaten daar gewoon in het stof voor zich uit te kijken. Na twee weken in het kindertehuis te hebben vertoefd besloten we er een weekendje tussenuit te gaan naar Kodaikanal een bergdorpje, waar veel Indiërs uit de omgeving hun vakantie komen doorbrengen. Vlak daarna moest Elisa mij weer verlaten om in Nederland weer naar school te gaan. Inmiddels was ik begonnen met het geven van muzieklessen aan kinderen tussen 6 en 9 jaar. Het enthousiasme van de kinderen was onovertroffen, maar door het nog gebrekkige Engels was het moeilijk om echt les te geven. Ik mocht blij zijn als ze mijn ritmespelletjes begrepen, begrippen hard en zacht kreeg ik er uiteindelijk met moeite in (in India is het vooral veel hard weinig zacht, ze schreeuwen er het ABC) en het zingen van een canon met 50 kinderen van verschillende leeftijden ging ook niet van harte. Ook over het lesrooster van de kinderen bleven misverstanden bestaan. Gaandeweg mijn verblijf begonnen de kinderen mij meer en meer te vertrouwen en steeds meer kinderen durfden zich te uiten over hun achtergrond en hun problemen. Zo vertelde Simla dat haar ouders al maandenlang geen geld hadden om haar op te komen zoeken en dat ze geen geld had om shampoo en tandpasta te kopen, dingen waar de ouders normaal voor zorgen. Ook kwam ik erachter dat de kinderen zowel op school als in het kindertehuis regelmatig geslagen werden, wat in India heel normaal is. Jaculine, het hoofd van het kindertehuis had haar middelbare school niet afgemaakt en nog maar 23 jaar oud. Ze was in het kindertehuis komen werken omdat ze uit een arm gezin kwam dat geld nodig had en had weinig plezier in haar werk. Ze voelde zich gevangen in het tehuis en reageerde veel van haar frustraties af op de kinderen. Zodoende kregen de kinderen geen enkele vorm van warmte of liefde in het tehuis en besloot ik de oprichter van het tehuis hierover een brief te schrijven. Daarnaast bracht ik het slaan ter discussie bij de kinderen, want zij namen de gewoonte over van hun begeleiding en elkaar. Na enige tijd kwamen kinderen mij vertellen dat ze probeerden elkaar niet meer te slaan en zag ik dat ze elkaar hierin ook corrigeerden, wat een mijlpaal! Eind september hadden de kinderen een week vakantie en in de vakanties gaan de kinderen naar hun ouders of andere familie als ze geen ouders meer hebben. Ik vertrok daarom met de trein naar Chennai. Ik verbleef daar tien dagen in een weeshuis van de Franciscan Sisters of St. Joseph.

Hoofddorp, 8 oktober 2006

In Chennai had ik iedere avond tussen 5 en 9 een extra taak op mij genomen. Ik hielp intensief met de verzorging van de baby's. Flessen voeren, luiers verschonen, rondjes lopen met de baby op je arm. Daar worden ze rustig van en ik ook! Het verhaal erachter is minder leuk. De baby's zijn gedumpt omdat ze waren voortgekomen uit ‘love without marriage, zoals dat hier heet en dat kan niet in India. Bizar om te bedenken dat een moeder zomaar kan besluiten haar baby ergens aan zijn lot over te laten. Dan ben je volgens mij toch ver heen. Ik had er bijna een meegenomen en het zijn niet eens mijn kinderen. In de nacht gaven de baby's veel onrust, want zo zijn baby's en bovendien was een van hen verkouden. Het personeel liep dus af en toe gebroken rond, maar deed het werk altijd met evenveel warmte. Een goed weeshuis dus, bijzonder, maar je weet nooit wat de toekomst nog voor deze kinderen brengt.

Geïnspireerd door het weeshuis in Chennai keerde ik terug naar Madurai.

Hoofddorp, 8 oktober 2006

De kok was niet teruggekomen na de vakantie want haar moeder was overleden, en iemand van de schoonmaak was ook niet teruggekomen, gewoon omdat ze dit werk niet meer wilde doen. Dus toen waren het er nog maar twee. Niet echt goed voor de stemming, maar wel voor het teamgevoel bleek na wat dagen. In deze hectische omstandigheden werd ik in de nacht van woensdag op donderdag ziek. Op zaterdag had ik er uiteindelijk vrede mee dat ik die avond nog de kinderen zou verlaten, vanwege een maagslijmvliesontsteking. Ik moet hier weg dacht ik. Hier word ik niet beter.

Ga Naar: Reisverslag 2007, Nelle
Reisverslag 2008, Nelle
Reisverslag 2009, Nelle
Reisverslag 2010, Nelle